Drukke stad met fietsers, voetgangers, auto's en bussen

Samenwerken in ecosystemen

“Samenwerken is noodzakelijk, het kan echt niet anders”, trapt Paul van Koningsbruggen (Technolution) af. “Maar samenwerken heeft ook plussen en minnen. Samenwerking is de enige weg voorwaarts, maar is wel een hele complexe
weg.”

“De problemen waar we voor staan zijn venijnig”, stelt Van Koningsbruggen. “We dachten ooit: ‘Nederland is wel zo’n beetje klaar’, maar Nederland is nooit af, je bent nooit klaar. Je hebt wel een tijd gehad dat we de oplossing meer in de eenvoud zochten, neem de groeikernen uit de jaren ’70. Het idee was simpel – ga gewoon ergens bouwen waar je de ruimte hebt. Almere is natuurlijk een exemplarisch voorbeeld, net als Zoetermeer en Purmerend en andere nieuwe steden die we uit de grond gestampt hebben. We waren optimistisch en dachten dat het werk wel zou volgen, maar in plaats daarvan kregen we massieve woon-werk-verkeersstromen. Vervolgens krabbelen de historische steden weer op – en worden zo duur dat mensen dit keer de stad uitgeduwd worden. Niet vreemd dat de focus nu ligt op het bijbouwen van woningen binnen de gemeentegrenzen. Tegelijkertijd moeten steden meegaan in de energietransitie, moeten ze klimaatresistenter worden en een bredere blik op welvaart ontwikkelen. Dit alles bij elkaar levert een heel complex vraagstuk op; je kunt dat niet meer alleen bouwkundig of technisch oplossen, hoe vernuftig en slim die oplossingen ook zijn. Er moeten meer menselijke waarden worden ingebracht.”

Niemand ongezien laten

Complexe vraagstukken vragen om bevattelijke motto’s. Zo vertaalt Technolution het onderwerp van sociale inclusie in het verkeer in ‘we zien niemand over het hoofd’. “Dat gaat over kruispunten en corridors, maar je kunt het ook breder trekken. Iedereen telt mee, ook op sociaal niveau. Dan is het fascinerend om op deze manier te kijken naar wat we met de bestaande sensoren wel, en vooral ook niet waarnemen bij kruispunten en over corridors. We sluiten zonder het bewust door te hebben hele groepen mensen uit. Niet iedereen krijgt letterlijk de ruimte. En dat terwijl we nu juist willen dat mensen buiten onbezorgd kunnen wandelen, fietsen en verblijven, en dat onze kinderen veilig kunnen oversteken en buiten spelen. Ook bij stedelijke verdichting.

Integratie van specialismen

Complexe vraagstukken vragen ook om samenwerken, waarbij de crux is dat we de specialismen moeten integreren. “Na jaren van specialisatie moeten we nu al die specialismen weer bij elkaar brengen. Dat zie je in de techniek, dat zie je bij ontwikkelingen als AI en Large Language Models zoals ChatGPT. Daar zijn ontzettend veel diverse disciplines bij betrokken, van techniek tot biologie en psychologie, linguïstiek, informatica en wiskunde – en bij de ontwikkeling van steden zul je hetzelfde zien. We moeten het samen doen. Zo moeten we bij het oppakken van de uitdagingen waar steden voor staan ook samenwerking smeden tussen disciplines. In Kopenhagen hebben we destijds als Technolution slimme verkeersoplossingen gerealiseerd vanuit een samenwerking met stadsantropologen, industrial designers, verkeerskundigen, verkeersregeltechnici en installatiebedrijven. Vanuit een vergelijkbare setting werken we nu samen met de gemeenten Amsterdam en Almere, Groningen Bereikbaar (dat is op zich al een samenwerkingsverband) en de bedrijven Goudappel en Vianova. Een publiek-private samenwerking, met een schare disciplines en verder ingebed in het ecosysteem DMI. Zo brengen we de broodnodige kennis en ervaring bij elkaar.

Grenzen aan de technologie

“Neem een Zero Emissiezone, die kun je nog met kentekenherkenning handhaven. Maar als we met diverse soorten zones in de steden willen werken, bijvoorbeeld dynamische milieuzones die in werking treden wanneer de luchtvervuiling te hoog oploopt, of zones die geactiveerd worden als de verkeersdrukte te groot wordt – wat ga je dan doen? Ga je dan ook met kentekenherkenning werken? Voor je het weet zit je dan in de dystopische hoek, en dat wil je ook niet. Je zult alle kennisdomeinen bij elkaar moeten brengen om met oplossingen te komen die door bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad gedragen worden. Je zult die groepen bij voorkeur ook een plek moeten geven in de oplossing. Het moet immers een oplossing van iedereen worden.”

Samen op zoek naar het juiste business model

Een andere vorm van samenwerken is meegaan met technologisch gedreven diensten, zoals routenavigatie, informatievoorziening en social media. Zijn we in staat dit soort diensten ook in te zetten voor maatschappelijke uitdagingen? Kunnen we meeliften op de nieuwe industrieën, producten en infrastructuren die zijn ontstaan rond dit soort diensten? Het lijkt er inderdaad aan te komen en allerhande proeven en pilots laten de waarde ook zien. Alleen: wie gaat er betalen voor die diensten als we ze inzetten bij maatschappelijke uitdagingen? Over het algemeen ontstaan die diensten in een business-to-consumersmarkt, en dan staat het belang van de individuele consument voorop. Nu willen we het belang van de gemeenschap (in de stad) voorop laten staan. Logischerwijze moet die gemeenschap daar dan ook voor betalen, toch? Dit moeten we samen als overheid, markt en gemeenschap in nieuwe businessmodellen uitwerken.”

Van wie is de kennis?

“Kennis ontwikkelen en samenwerken is mooi”, stelt Van Koningsbruggen, “maar vraagt ook een omslag in denken. We zijn immers wel onderdeel van een samenleving die gebaseerd is op competitie. Nu genereren wij als Technolution kennis in het DMI en daarbinnen in het DRO-consortium (Digitale Regie op het Gebruik van de Openbare Ruimte), en dat wordt dan weer gecoördineerd door de gemeente Amsterdam, maar Almere, Groningen Bereikbaar, Vianova  en Goudappel zijn ook betrokken. Van wie is die kennis nou? Het competitieve element heeft veel waarde gebracht, maar we moeten ook een kwartslag draaien.”

Gerelateerde informatie

“Slimme digitale regie transformeert openbare ruimte in steden”

Hoe gaan we naar een gezonde leefomgeving?

Verkeerssensoren detecteren ‘near misses’

Direct antwoord op uw vraag?
We zijn er voor u.